21 oktober 2008

5 lessen in lichaamstaal

Let jij bewust op de lichaamstaal van de mensen rondom jou? En pas je soms je eigen lichaamstaal aan aan de situatie?

Voor wie hierin geïnteresseerd is, is het boek 'The nonverbal advantage' van Carol Kinsey Goman wellicht een aanrader. Ik vat hieronder even samen wat Carol de vijf C's van lichaamstaal noemt in haar boek:

Context
Lichaamstaal is enorm afhankelijk van de context. Neem dus altijd even de context mee in rekening als je lichaamstaal interpreteert. Stel je bijvoorbeeld eens voor dat je in een vergadering terechtkomt waar iedereen met opgetrokken schouders en de armen gekruist zit. Is dat dan per sé een teken dat ze een afwachtende, afstandelijke houding aannemen? Of is het gewoon veel te koud in die vergaderzaal?


Cluster

Je kan lichaamstaal nog beter interpreteren als je verschillende signalen samenbundelt. Als iemand bijvoorbeeld op zijn horloge kijkt, wil dat niet noodzakelijk zeggen dat hij gehaast is. Maar als hij tegelijkertijd zijn voorhoofd fronst en nerveus met z'n voeten wiebelt, kan je wel die conclusie trekken.


Congruentie

Het niet congruent zijn van onze lichaamstaal met wat we inhoudelijk vertellen, zorgt ervoor dat mensen vertrouwen verliezen. Iemand die je met de ingezakte schouders, het hoofd naar beneden en zonder oogcontact te maken zegt dat alles supergoed gaat, komt heel ongeloofwaardig over.


Consistentie

Iedereen heeft een bepaalde typische manier van zich te gedragen. En die typische basishouding moet je eerst kennen vooraleer je speciefieke lichaamstaal gaat interpreteren. Er zijn mensen die heel vaak en graag (en zonder reden) met hun armen of benen gekruist zitten. Dus dan kan je uit dat signaal alleen niets concluderen.

Je kan deze basishouding van iemand makkelijk te weten te komen door eerst wat oppervlakkig te praten en enkele ongevaarlijke vragen te stellen. Let dan goed op de lichaamstaal (dat is de basishouding). Als je dan daarna naar de meer gevoelige onderwerpen overschakelt, zal je de verschillen in zijn of haar lichaamstaal beter opmerken.

Cultuur
Deze laatste spreekt voor zich. Gedrag zoals oogcontact, gebaren, aanrakingen en afstand tot elkaar verschillen sterk van cultuur tot cultuur. Als je dus met mensen van een totaal andere afkomst samenwerkt, mag je niet te snel conclusies trekken uit hun lichaamstaal. Tenzij je hun basishouding goed hebt leren kennen, natuurlijk.

Hoe kunnen deze C's jou helpen de komende dagen? Welke neem je mee bij het interpreteren van lichaamstaal?

16 oktober 2008

ooit vooraan op een tandem gezeten?

Vorige keer hadden we het over de definitie van coaching. Eén van de andere deelnemers aan de opleiding gebruikte een heel krachtige en mooie metafoor om deze definitie nog helderder te maken. Ze vertelde ongeveer het volgende:

"Coaching is zoals rijden op een tandem. De coachee wil ergens naartoe fietsen en zit vooraan op de tandem. Hij heeft het stuur in handen en bepaalt dus het einddoel van de rit en ook op welke manier er naar dat doel toe gereden wordt. Hij bepaalt ook het tempo waarop de reis afgelegd wordt. De coach zit achteraan op de tandem en ondersteunt de coachee vanop die positie. Hij houdt mee het einddoel in vizier en helpt de coachee beslissingen nemen op moeilijke kruispunten zonder het stuur van hem over te nemen. De coach bewaakt ook het tempo van de reis. Soms zal hij weinig of niet meetrappen en vooral de coachee laten werken, en op andere momenten zal hij wel met alle kracht meetrappen. De coach en de coachee zijn samen op reis."

Wat vinden jullie van deze metafoor? En zouden jullie eens graag vooraan op de tandem zitten? Of liever achteraan?

15 oktober 2008

wat is coaching eigenlijk?

Deze week stapte ik in een nieuwe uitdaging: een opleiding tot professioneel coach. En zoals je zou verwachten, stelden we tijdens de eerste dag van die opleiding de vraag wat 'coaching' nu eigenlijk precies betekent. Na wat brainstormen en overleggen, kwamen we samen met de docenten tot de conclusie dat coaching pas echt coaching is als aan de volgende 4 voorwaarden voldaan is:

Groeiproces

Coaching draait om het groeiproces van degene die gecoacht wordt (de coachee). Dat wil zeggen dat er bij die coachee een bepaalde 'veranderingsvraag' leeft, iets waar hij aan wil werken. Door eraan te werken verruimt het bewustzijn van de coachee en 'groeit' hij als persoon.


Zelfsturing

Tijdens het coachingsproces leert de coachee zichzelf sturen. Dit wil zeggen dat hij zichzelf en zijn functioneren kan observeren en in vraag stellen. En dat hij van daaruit doelen leert stellen naar de toekomst toe. Verder neemt de coachee zelf de verantwoordelijkheid om die doelen waar te maken.

Resultaatgericht
De coach helpt de coachee om doelen op te stellen die belangrijk zijn in het kader van zijn ontwikkeling. Deze doelen worden zorgvuldig geformuleerd, opgevolgd en indien nodig bijgesteld.

Facilitator
De coach en de coachee zijn evenwaardige partners tijdens de coaching. Ze gaan samen op zoek naar de mogelijkheden. Hierbij is de coach eerder een facilitator die de coachee ondersteunt tijdens het proces.



Vanuit deze 4 voorwaarden kregen we de opdracht onze eigen, persoonlijke definitie van coaching op te stellen. Wat ik in eerste instantie opschreef, en waar ik nog verder aan wil sleutelen, is het volgende:


"Coaching is een proces waarbij iemand wil groeien en daarvoor de verantwoordelijkheid wil nemen. De coach faciliteert dit proces van onderuit door te luisteren, vragen te stellen en doelen te helpen formuleren."

Wat vinden jullie van deze definitie? Wat is er goed aan en wat zou jij er aan toevoegen of veranderen?

06 oktober 2008

iets over leiderschap

Hoewel ik helemaal niet van het design en de layout houd van bovenstaande slide deck, bevat hij wel nuttige inzichten rond leiderschap. Hij herinnerde me verder ook aan wat ik eerder schreef over vertrouwen, attitude en fouten maken.

Zeker de moeite om eens door te bladeren! En vraag je tegelijkertijd eens af welke van de in de slides vermelde ideeën jij als leider weet te gebruiken.

04 oktober 2008

Naar wie luister jij?


Een groep kikkers loopt samen door het bos. Twee kikkers uit de groep vallen in een diepe kuil. De andere kikkers gaan om de kuil heen staan. Als ze zien hoe diep die is, zeggen ze tegen de twee gevallen kikkers dat ze er nooit levend uit zullen raken. Eerst negeert het tweetal hun commentaar. Ze proberen uit alle macht uit de kuil te springen. Uiteindelijk begint de ene kikker te luisteren naar wat de omstanders zeggen. Hij gaat in een hoek van de kuil zitten, raakt verstijfd van de kou en sterft.

De andere kikker blijft maar springen, zo hard hij kan. Ondertussen blijft de rest van de kikkers roepen dat hij het moet opgeven omdat het toch niet zal lukken. Maar de kikker houdt vol en springt hoger en hoger. Uiteindelijk springt hij zo hoog dat hij uit de kuil kan kruipen.


De andere kikkers vragen hem: 'Hoorde je ons niet?' De kikker legt uit dat hij behoorlijk doof is. Hij had begrepen dat de kikkers hem aanmoedigden om door te gaan omdat het hem zeker zou lukken om eruit te komen.


Dit verhaaltje
(bron) wilde ik jullie niet onthouden. Het herinnert ons eraan wat minder naar de meningen van anderen te luisteren.

Hoe hoog kan jij springen? En zou jij volhouden als je beneden in de kuil was terechtgekomen?