21 mei 2007

wat onze oogbewegingen verklappen...

Wisten jullie dat iemands oogbewegingen verraden hoe hij of zij aan het denken is?

We gebruiken namelijk onze ogen om toegang te krijgen tot onze herinneringen en onze verbeelding. We kennen allemaal bovenstaande gezichtsuitdrukking wanneer iemand zich een bepaald feit of een gebeurtenis probeert te herinneren. Wat de man op de foto eigenlijk aan het doen is, is zichzelf een bepaald beeld aan het voorstellen.

Een hele makkelijke oefening om aan te tonen hoe we via onze oogbewegingen toegang tot onze ervaringen zoeken, is de volgende:

Vraag (zonder veel verdere uitleg) aan iemand of je hem of haar enkele vragen mag stellen. Stel onderstaande vragen en kijk heel goed naar de ogen van andere. In welke richting bewegen de ogen (soms heel kort) tijdens of vlak nadat je de vraag hebt gesteld?

1. Hoe zag de voordeur van je huis eruit toen je de laatste keer je huis binnen ging?

2. Hoe zou diezelfde voordeur eruit zien als ze rond in plaats van vierkant was en helemaal paars met gele stippen geverfd zou zijn?

3. Hoe klinkt jouw lievelingsliedje, kan je de woorden in je hoofd horen?

4. Hou zou datzelfde liedje klinken als Donald Duck het zou zingen, begeleid door een strijkorkest?

Wat heb je gezien? In de meeste gevallen zal de andere bij vraag 1 en 2 eventjes naar links- of rechtsboven gekeken hebben. En bij vraag 3 en 4 zal hij of zij eerder naar opzij (links of rechts) gekeken hebben. Klopt dat?

Voor heel veel onder ons is het zo dat onze ogen zich naar linksboven zullen richten als we visuele toegang zoeken tot een herinnering. Als we ons dus een beeld dat we al kennen proberen voor te stellen. Bijvoorbeeld onze eigen voordeur…

Als we een nieuw beeld creëren of verzinnen en ons dat voorstellen, zullen onze ogen zich naar rechtsboven wenden voor de toegang tot dat beeld. We kennen onze voordeur niet zoals die in vraag 2 beschreven werd en dus moeten we ons daar een nieuw beeld van vormen. Vaak zullen we dan eerst heel even naar linksboven kijken om onze ‘normale’ voordeur zoals we ze kennen in ‘beeld’ te hebben en dan zullen onze ogen naar rechtsboven draaien om een nieuw beeld te vormen van de beschreven voordeur.

Voor auditieve toegang (het in ons hoofd horen van geluiden) zullen we vaak naar links kijken als het om ons bekende geluiden gaat. Zoals bijvoorbeeld ons lievelingsliedje uit vraag 3. Als we een nieuw geluid creëren en in ons hoofd horen hoe dat zou klinken, zullen we eerder naar rechts kijken. Ook hier zit aan de linkerkant weer de herinnering en aan de rechterkant het nieuwe.

Als we met onze ogen naar links beneden draaien of kijken, dan is het vaak zo dat we toegang aan het zoeken zijn tot een innerlijke dialoog. De stemmetjes in ons hoofd zitten blijkbaar ergens links vanonder verstopt. En als we naar rechts beneden kijken, zijn we vaak terug aan het voelen hoe iets was of zou zijn. De toegang tot hoe iets aanvoelt (kinesthese) zit rechts vanonder.

Heel belangrijk om hierbij op te merken, is dat deze richtingen niet absoluut zijn. Je mag er nooit zomaar vanuit gaan dat voor iedereen deze kijk-richtingen dezelfde betekenis hebben. Wat ik hierboven beschreef is de meest voorkomende situatie. Voor een aantal mensen hebben links en recht de omgekeerde betekenis en zullen de herinneringen dus rechts in plaats van links zitten.

Doe het experiment met bovenstaande vragen eens een keertje, dan kan je zelf zien hoe onze ogen verraden wat we in ons hoofd aan het doen zijn. En let de volgende dagen eens op hoe de ogen bewegen van diegene met wie je aan het praten bent. Je zal merken dat onze ogen meer en sneller bewegen dan je tot nu toe dacht.

1 opmerking:

Anoniem zei

Dag Jef,

Ik had al wel gehoord van het registreren van oogbewegingen tijdens het probleemoplossen om onderliggende cognitieve processen op te sporen. Mijn promotor aan de KUL gebruikte dit destijds om bijkomende data te hebben om na te gaan hoe kinderen vraagstukjes lezen en waar ze blijven hangen en terugkeren tijdens het vinden van een oplossing.

Ik hoorde later dat dit ook gebruikt wordt om na te gaan waar volwassenen naar kijken bij reclame en iets pittiger beeldjes ...

Het nagaan van oogbewegingen bij herinnneringen is nieuw voor mij, en ik denk wel dat er iets in zit.
Ik ga de test zeker eens doen.
Het brein is continu met zichzelf aan het spreken en de ogen lijken inderdaad een spiegel te zijn van de zich verplaatsende activiteit.

Gezien ik er de laatste tijd midden in zat, kan ik niet anders dan naar Richard Feynman's "Second nature", waarin hij bewustzijn ziet als onze tweede natuur. Iets dat heel natuurlijk voorkomt, maar toch zo mysterieus is.
Hij beschouwt het leren als het overleven van verbindingen in neurale netwerken. Maw in de hersenen zou zich tussen de hersencellen een darwiniaanse selectie afspelen, waarbij verbingen overleven die ons iets bijbrengen en tegemoet komen aan onze emoties en behoeften

Perceptie en herinnnering worden in dit verband nauw verwant gezien :

if the assumptions of Neural Darwinism are correct, then every act of perception is to some degree an act of creation, and every act of memory is to some degree an act of imagination. Remember, in addition, that the mature brain speaks mainly to itself. Dreams, images, fantasies, and a variety of intentional states reflect the massive recombinatorial and integrative power of brain events underlying conscious processes.

Een tragisch voorbeeld hiervan vinden we bij mensen die door een genetische afwijking of operatie geen verbinding meer hebben tussen hun linker en rechterhelft :

having the patients stare at two screens, one for the right eye and the other for the left. The pa¬tient could then respond to commands either verbally or by pointing. As expected, verbal responses to pictures in the right visual field originated in the left hemisphere. But the right hemisphere could respond to an image in the left visual field only by pointing with the left hand. Indeed, in certain tasks of arranging blocks in patterns, the left hand, guided by the right hemisphere, performed somewhat better than the right hand.
In one case, it appeared that a young patient retained the ability to respond to written queries by using the left hand to spell answers with the equivalent of scrabble blocks. Asked about a favorite rock star, the patient using the left brain an¬swered vocally. The left hand, however, spelled out a different name! From similar data, Sperry concluded that there were two consciousnesses at work-that of the everyday person dominated by speech originating in the left hemisphere and that of a more limited type in the right. (This has been dis¬puted as a conclusion, but it has not been disproved.)

Groetjes
Luc